hellingbaan bb opzetten experiment

Pagina top navigatie elementen

Hellingbaan groep 8

opzetten experiment

Transcript

LEERLING 1: Hoeveel weegt de knikker? Een is zwaar.
LEERLING 2: En de ander is licht.
LEERLING 1: Dit is onze voorspelling; We denken dat..
LEERLING 2: De lichte gaat sneller, want hij tikkelt meer. 
LEERLING 1: Want hij gaat misschien lichter, hij gaat minder snel van de helling af, omdat hij lichter is, maar hij is makkelijker om over zo’n hellinkje te gaan. Want er zijn allemaal van die bobbeltjes. Dus dat de knikker op baan 2 verder komt, omdat hij gaat makkelijker over de hellinkjes heen.  
LEERLING 2: Ja.
LEERLING 1: Hij gaat..

LEERLING 1: Wat willen we weten. Hoe ver..?
LEERLING 2: Hoe ver kan die.
LEERLING 1: Hoe ver de knikker komt. 
LEERLING 2: Ja, dat lijkt me goed. 
LEERLING 1: Hoe stellen wij de baan in: helling steil, vlak, steil. Baan 1 steil en baan 2 vlak.

LEERLING 1: Ik denk dat de hoge verder komt. 
LEERLING 2: (…) Baan 1 is laag, dus die..
LEERLING 1: Glad en daar ook glad. Want wij moeten (..) variabele. 
LEERLING 2: Licht? We denken dat de knikker…
LEERLING 1:  Dus dan.. wij hebben nu.. Oke (bal rolt naar beneden) 

LEERLING 1: We denken dat knikker op baan ‘ mmm’  komt verder.   
LEERLING 2: De lichte knikker of de zware knikker?
LEERLING 3: Ik denk de lichte.
LEERLING 2: Of de zware omdat die meer vaart heeft. De zware gaat denk ik harder rollen want als je een zware steen laat vallen dan gaat die harder dan de lichte steen, maar als je op de ribbeltjes kijkt dan denk ik dat de lichte steen verder komt. 
LEERLING 1: We denken dus dat de lichte steen verder komt op baan 1, omdat..
LEERLING 2: Omdat hij makkelijker over de ribbels..
LEERLING 1: Ja hij kan makkelijker over de ribbels heengaan.     

Omschrijving

In dit fragment zetten leerlingen eerst op papier wat ze willen onderzoeken, welke hypothesen ze daarbij hebben en hoe ze het onderzoek gaan opzetten. Dit doen ze aan de hand van een werkblad. Door eerst samen een plan van aanpak te maken, stimuleer je leerlingen om goed na denken over een passende opstelling bij de onderzoeksvraag. Als kinderen zonder deze stap het experiment zouden uitvoeren, merk je vaak dat ze data verzamelen waarmee ze de onderzoeksvraag niet kunnen beantwoorden. 

Kijkwijzer

Zie je hoe leerlingen overleggen tijdens het invullen van het werkblad? Als je goed naar deze interactie luistert, dan hoor je hoe leerlingen reageren op elkaars voorspelling. Ze luisteren naar elkaars redenatie, vullen elkaar aan en komen tot een gezamenlijke hypothese.  (‘Ik denk de lichte’. ‘Of de zware omdat die meer vaart heeft’ (..) ‘Wij denken dus dat de lichte verder komt, omdat ..’ ‘omdat hij makkelijker over de ribbels..’  

Lesfasen